De verschillen tussen natuurlijke, harmonische en melodische minoren

Er zijn op zijn minst enkele verschillen in hoe ze “worden gebruikt:

• Natuurlijke minderjarige is een soort standaard.

• In het tijdperk van de gewone praktijk bevat een dominant akkoord meestal de leidende noot, die een halve toon lager is het tonicum, omdat die noot een sterke neiging heeft om op te lossen in het tonicum. Dus, vanuit het oogpunt van harmonie, zou in deze gevallen de 7e graad van de natuurlijke mineur toonladder verhoogd moeten worden, en je krijgt de harmonische mineur toonladder. Door een platte voorloopnoot te gebruiken, klinkt de muziek modaal en werd zowel voor als na het tijdperk van de gewone praktijk gebruikt (waarschijnlijk ook tijdens volksmuziek en dergelijke).

• Door alleen de 7e graad te verhogen, krijgt de schaal een vergrote seconde tussen de 6e en 7e graad. Dit is een moeilijk interval om te zingen en klinkt ook als een sprong, in tegenstelling tot de andere intervallen in de schaal. Dus, vanuit melodisch oogpunt, als je de verhoogde 7e nodig hebt en melodisch wilt stijgen, verhoog je ook de 6e graad om de zaken vloeiender te maken.

• Aangezien de verhoogde 7e graad is een leidende noot die je gewoonlijk melodisch omhoog gaat als je hem gebruikt. Als je naar beneden gaat, ben je waarschijnlijk niet in een dominante harmonie en dus gebruik je de natuurlijke mineur. Een andere reden om de natuurlijke mineur te gebruiken wanneer je naar beneden gaat, is dat als je de opwaartse melodische mineur neemt en die naar beneden speelt, deze pas na de vijfde noot begint te klinken als een mineur.

Kortom, je begint met de natuurlijke mineur toonladder. Je gebruikt de harmonische mineur-toonladder als je een dominant akkoord nodig hebt, en wijzigt dit naar de melodische mineur als je de leidende noot in de melodie nodig hebt. Dit alles is, natuurlijk vereenvoudigd maar zou het basisidee moeten geven.

Opmerkingen

• Ik vind beide antwoorden leuk, maar aangezien je een mooie lay-out hebt gegeven en het de eerste antwoord I ‘ m met eer. Bedankt voor de uitleg.
• Melodisch gebruik van de harmonische mineur toonladder is ongebruikelijk, maar een voorbeeld uit rock / popmuziek is de gitaarsolo in het nummer ” (Don ‘ t Fear) The Reaper ” door Blue Ö yster Cult.
• I ‘ m in de war door het gebruik van de term ” dominant akkoord ” hier. Bevat n ‘ een dominant septiemakkoord een mineur septiemakkoord?
• @intuited 7 verwijst naar de 7de graad van de toonladder die, wanneer verhoogd, de derde van de toonladder is. dominant (al dan niet een dominant septiemakkoord).

Ik ga naar het antwoord dat al is gegeven verder uitwerken om wat meer duidelijkheid te geven over de geschiedenis en het gebruik van elke schaal.

• De Natural Minor -schaal staat ook bekend als de Eolische modus , een van de kerkmodi uit de gregoriaanse periode vóór de Renaissance. Deze specifieke schaal kan worden gemaakt door te beginnen op de 6e graad van elke majeur toonladder, en een octaaf daar vandaan spelen, waarbij de toonsoort hetzelfde blijft. Dus:

C Major = CDEFGABC
A Minor = ABCDEFGA

Dit geldt voor alle natuurlijke mineur toonladders.

• De Harmonic Minor toonladder ontwikkeld vanuit de praktijk van f Musica Ficta , waar uitvoerders en componisten van gezangen begonnen te experimenteren en cadansen te begrijpen. Door de 7e graad te verhogen, waren uitvoerders en componisten in staat om extra spanning / resolutie te creëren voor een tonaal centrum, wat leidde tot een bevredigender resultaat.

• Dit veroorzaakte echter een probleem omdat regels van contrapunt werden ontwikkeld tijdens de vroege Renaissance. Het verplaatsen van een vergroot interval in een bepaalde stem werd als onjuiste stemleiding beschouwd, omdat het niet de soepelst mogelijke stemleiding mogelijk maakte en daarom schokkend was voor het oor. De Melodic Minor -schaal was de oplossing voor dit probleem.

Naarmate de schaal stijgt, worden de 6e en 7e graden verhoogd om het vergrote interval tussen de normaal b6 en # 7 schaalgraden op te heffen en een leidende toon te creëren die oplost sterk tot een tonicum. Dus:

A Melodic Minor = ABCDEF # G # A (oplopend)

Naarmate de toonladder daalt, wordt het een natuurlijke mineur toonladder, waarbij de 6e en 7e graad nu teruggaan naar hun originele formatie.

A Melodic Minor = ABCDEFGA (aflopend)

Hoop dat het helpt.

Reacties

• Een toepasselijk antwoord, jj, het is logisch. Welke voorbeelden hiervan zijn beschikbaar in geschreven muziek, waarbij de melodie melodische min. oplopende noten als de melodie stijgt, en vice versa.
• Bedankt Tim, ik waardeer het. De toonladder is door de geschiedenis heen zo vaak gebruikt dat je in wezen naar elk muziekstuk kunt kijken en hiervan het bewijs kunt zien. Dat gezegd hebbende, als je naar JSBach, Haydn of Händel kijkt, zal dat waarschijnlijk resulteren in minder graafwerk van jouw kant.
• Wat is het punt van ‘ om de natuurlijke minderjarige te noemen op die manier? kun je het ooit onderscheiden van de majeur toonladder als het niet in die volgorde wordt gespeeld?

De verschillen zijn niet erg betekenisvol voor muziek, maar zeer prominent aanwezig in de muzikale pedagogie (helaas). In de Major (de: Dur, hart, lat: durus, en: hard) “geslacht” zijn er 7 vaste toonhoogtes, terwijl in Minor (de: Moll, weich, lat: mollus, en: soft) er twee komen in twee smaken: de 6e en 7e kunnen mineur of majeur zijn. Al deze combinaties zijn in gebruik, maar er zijn enkele stereotypen die tot voorkeursreeksen leiden. Zo worden bijvoorbeeld bij stijgende schalen de belangrijkste smaken vaker gebruikt dan de kleine. De natuurlijke mineur schaal is op zichzelf niet erg overtuigend omdat het materiaal niet van Major te onderscheiden is, als er geen andere aanwijzingen zijn.

Je moet deze drie soorten minor kennen voor examendoeleinden. Maar het is misschien meer Belangrijk om te weten dat er in geen van beide composities zijn.

Als je naar Bach kijkt – die zeker een goed ingeburgerd gevoel voor majeur en mineur had – zie je meestal alleen toonladder delen die in gebruik zijn. Hun uiteinden of keerpunten zijn vaak de belangrijkste dissonantie voor de mineur-tonaliteit: de verminderde zesde. In het volgende voorbeeld heb ik gekozen uit Wikipedia , jij zie een schaalgedeelte dat valt naar de Major 7e, een opwaartse sprong door de verminderde 6e, gevolgd door een ander schaalgedeelte:

Dus de maten van de 6e en 7e in Minor worden niet bepaald door één van “de drie toonladders van Minor”, maar in plaats daarvan door de tonale (of muzikale) context (of het doel).

Opmerkingen

• Je tweede zin vat het hele onderwerp perfect samen!

Alle kleine schalen die je noemde, hebben iets anders. Laten we bijvoorbeeld de C mineur toonladder nemen:

1. C natuurlijke mineur toonladder is CD Eb FG Ab Bb C.

   de natuurlijke mineur toonladder, ook bekend als Eolische toonladder, op zichzelf genomen. Als een majeur en een natuurlijke mineur toonladder dezelfde toonsoort hebben, zijn het relatieve toonsoorten. Een natuurlijke mineur toonladder heeft dezelfde noten als zijn relatieve majeur toonladder, maar is opgebouwd vanaf de zesde noot van de relatieve majeur toonladder. via Wikipedia

2. C harmonische mineur toonladder is CD Eb FG Ab B C.

3. C melodische mineur toonladder is (oplopend) CD Eb FGABC ( aflopend) C Bb Ab GF Eb DC

   Een harmonische mineur toonladder verschilt van een natuurlijke mineur toonladder doordat de zevende noot een halve toon wordt verhoogd. verhogen zowel de zesde als de zevende noot een halve toon bij het stijgen, maar bij het dalen worden de zesde en zevende noot afgeplat, waardoor de natuurlijke kleine schaal. [..] De noten van de harmonische mineur toonladder zijn hetzelfde als de natuurlijke mineur, behalve dat de zevende graad met een halve toon wordt verhoogd, waardoor een verhoogde seconde ontstaat tussen de zesde en zevende graad.

Dus je zou elke minor kunnen gebruiken die je leuk vindt, afhankelijk van wat je leuk vindt.

Een van de antwoorden merkte op dat de natuurlijke mineur toonladder de Eolische modus is. Maar de harmonische mineur toonladder is niet een van de zeven modi. De zeven modi komen voort uit het cyclisch permuteren van de intervalsequentie.

Majeur / Ionisch: WWHWWWH

Dorisch: WHWWWHW

enz. Blijf de eerste letter naar het einde schuiven, totdat je weer bij het Ionisch komt. Zoals hierboven vermeld, is een daarvan de natuurlijke mineur toonladder.

Maar de harmonische mineur toonladder neemt de natuurlijke mineur WHWWHWW en verhoogt de zevende, wat je het volgende geeft:

WHWWH (W + H) H

Dat een interval van drie halve tonen tussen de 6e en de 7e maakt het een fundamenteel ander beest.

Dan, zoals ook hierboven opgemerkt, verhoogt de melodische mineur toonladder ook de 6e, waardoor

WHWWWWH

Dit is ook geen modus (geen cyclische permutatie van WWHWWWH). Maar het verwijdert het interval van drie halve tonen. Zoals hierboven vermeld, wordt dit gewoonlijk alleen gebruikt voor oplopende noten, waarbij natuurlijke mineur wordt gebruikt voor afdaling .

Reacties

• Ik ‘ geef dit een +1 als je wat bewerkingen toevoegt. I bevelen aan (a) te identificeren welke modi Eolisch en Dorisch zijn, (b) expliciet te vermelden dat harmonische mineur geen modus van een majeur toonladder is, maar één accidenteel bevat in vergelijking met Aeolian (terwijl melodische mineur twee voortekens bevat in vergelijking met Eolisch), (c) een samenvatting van uw standpunt toevoegen, en (d) uitleggen waarom dit relevante onderscheidingen zijn. Misschien zou uw samenvatting een verklaring bevatten dat een belangrijk verschil is of ze ‘ modi van een grote schaal zijn. Om uit te leggen waarom dat een zinvol / belangrijk onderscheid is, zou je een beroep kunnen doen op harmonie.