Hij of hij? Voornaamwoord

Kortom, het antwoord is nee. Maar er is een langere uitleg.

Beschouw het volgende vanuit een puur syntactisch standpunt:

✓ I / zij ging naar de winkel.
✗ Ik / zij ging naar de winkel.

✓ Mijn zus en Ik / zij ging naar de winkel.
✗ Mijn zus en ik / zij ging naar de winkel.

✓ “ Ik ben / zij is thuis! “
✗” Ik is / haar is thuis!

✓ “Het is ik / zij ! “
✗ “Ik / zij ben het.

In technisch formeel en traditioneel Engels, het juiste antwoord op” Wie is het? ” is “het is ik” of “het is zij”.

Maar idiomatisch is dat niet wat veel mensen zeggen.

Aan worden begrepen in de praktijk , is het juiste antwoord “Ik ben het” of “Ik ben het”.

Overweeg ook het volgende van een puur syntactisch standpunt:

✓ Hij is in zijn familie.
✗ Hij is in zijn familie.
✗ Hij is in zijn familie.

✓ Hij en zijn ouders behoren tot zijn familie.
✗ Hij en zijn ouders behoren tot zijn familie.
✗ Hij en zijn ouders behoren tot zijn familie.

✓ Zijn ouders en hij behoren tot zijn familie.
✗ Zijn ouders en die van hem behoren tot zijn familie.
✗ Zijn ouders en hij behoren tot zijn familie.

In technisch formeel en traditioneel Engels zou de juiste constructie moeten zijn “Zijn ouders en hij zijn in zijn familie. “

Hoe ooit, dat is helemaal verkeerd vanuit een idiomatisch standpunt. Niemand zou dat ooit zeggen en denken dat het correct was. (Ze zouden zeggen “Zijn ouders en hij behoren tot zijn familie.”)

Laten we nu eens kijken naar uw eigenlijke voorbeeld:

Er zijn vier mensen in zijn familie. Het zijn zijn ouders, zijn jongere zus en hij.

Kun je hem vervangen met hij en gelijk hebben?

Alleen in strikt formele en traditionele zin. In feite zou het vanuit dat specifieke perspectief het enige juiste woord zijn dat moet worden gebruikt.

Maar, idiomatisch , zou het verkeerd zijn. Het is niet wat gewoonlijk wordt gebruikt, noch wat door de meeste mensen wordt begrepen. En moderne gebruiksrichtlijnen zijn verschoven om aan het nieuwe gebruik te voldoen.

Dus nogmaals, dat zou je niet willen doen.

Opmerkingen

• De telefoon gaat over. " Mag ik John spreken? " " Dit is hij. " Dit komt veel voor in alledaagse gesprekken. Ik ben het er niet mee eens dat dat ' niet is wat iemand zegt. " Die uiting komt zo vaak voor , vooral onder goed opgeleide bevolkingsgroepen, dacht ik dat het een typefout was in je antwoord.
• @EddieKal Ik heb mijn verklaring aangepast – waarin meer over ik werd gesproken dan over hij . Maar in mijn persoonlijke ervaring is het ' feitelijk feitelijk dat ik ' ve nog nooit iemand heb horen zeggen op de phone Dit is hij. Idiomatisch, op alle plaatsen waar ik ' heb gewoond, zouden ze antwoorden met dit is John , Ik ' m John , of, vaker, spreek . Ik heb Dit is hij gehoord, maar alleen in de media, nooit in een echt gesprek. Als jij het in een gesprek hebt gehoord, dan komt het duidelijk ' vaker voor dan mijn eigen ervaring zou dicteren..

“hij” ?? Nee, het is absoluut verkeerd.

“Case” definieert het werk dat het voornaamwoord in de zin doet. Als het voornaamwoord het onderwerp is van de zin (of van een ondergeschikte zin in de zin), dan is dat in het subjectieve geval: ik, hij, zij, wij, zij, wie.

Als het voornaamwoord ontvangt de actie van een overgankelijk werkwoord, is het het object van het werkwoord – dus we zijn in het objectieve geval: ik, hij, zij, wij, zij, wie. Bijvoorbeeld:

Hij ( onderwerp) kuste haar (object).

Zij (onderwerp) sloeg hem (object).

Merk op dat een aantal voornaamwoorden in beide gevallen hetzelfde zijn: jij en jij. (“Ye” was vroeger zowel een meervoud van “jij” als de objectieve vorm van het voornaamwoord:

“Ik heb je een geschenk gegeven.”

Maar dat gebruik is achterhaald voor eeuwen.)

Voornaamwoorden kunnen ook objecten zijn van voorzetsels, woorden zoals door, van, door, na, apart, enz. Dus we gebruiken hier ook het objectieve geval: het gedicht is door hem geschreven. Het geschenk kwam van haar.

(via Vraag het aan de leraar Engels )

Dus in uw voorbeeld moeten we hem schrijven of:

“Ze zijn zijn ouders, zijn jongere zus & hijzelf “